Het afweersysteem naar de sportschool

training-601214_1280Infectieziekten zijn ziekten die ontstaan door een besmetting van buitenaf. Dan kan een bacterie zijn, een virus, schimmel of een andere levensvorm die niet in het lichaam thuishoort.

Als we gezond zijn rekent ons afweersysteem genadeloos af met deze ongewenste indringers. Er vindt een kleine oorlog plaats in ons lichaam tussen de indringers en onze afweercellen. We zijn dan ziek, krijgen koorts, voelen ons beroerd en eten minder omdat we geen trek hebben. Tijdens deze ziektecrisis is het immuunsysteem hard aan het werk. Het verklaart waarom we ons zo moe voelen. Er worden antistoffen aangemaakt tegen de ziekteverwekker ook wel pathogeen genoemd. Als dat gelukt is kan de koorts weer dalen en moet de rommel opgeruimd worden. We zijn dan nog een paar dagen moe, maar beginnen langzaam weer op te knappen. Zoals gezegd als we gezond zijn, kunnen we dit prima aan. We moeten wel rust nemen om dit proces de ruimte te geven, maar daarna voelen we ons eigenlijk beter dan ervoor, alsof een grote schoonmaak heeft plaats gevonden en de boel is gereset. Met frisse moed pakken we het dagelijkse leven weer op.
Als we niet gezond zijn, kan zo’n acute infectieziekte de inleiding vormen tot een periode van chronisch kwakkelen. We blijven moe, lusteloos, hebben geen lekkere trek meer, of gaan juist veel snoepen om de vermoeidheid te maskeren.

Het afweersysteem gaat naar de sportschool

Hoe kunnen we ons afweersysteem beïnvloeden? Met goede voeding, voldoende ontspanning en lichaamsbeweging verbeteren we onze weerstand. Roken , medicijngebruik en stress verlagen onze afweer. Homeopathie stimuleert het lichaam om de weerstand op goed niveau te brengen. Met behulp van homeopathische koorts regulerende middelen, die dus niet de koorts onderdrukken, maar eerder effectief maken, kan de patiënt de acute ziektecrisis de baas blijven. Daarna voelt de patiënt zich veel fitter. Het afweersysteem is als het ware naar de sportschool geweest en de afweer is versterkt.

Dit artikel is geschreven door Annelies Scholten.